Grote ijstijd

Weersvoorspelling in de Renaissance

Al eeuwen lang proberen mensen het weer zo goed mogelijk te voorspellen. Tijdens de Renaissance ontwikkelde de meteorologie zich snel. Er werd meer dan de eeuwen daarvoor op een wetenschappelijke manier naar het weer gekeken.

Voor de Renaissance, die rond de 14e eeuw begon in Italië, bestond er eigenlijk geen meteorologie. Tot laat in de middeleeuwen was Aristoteles’ Meteorologica de belangrijkste invloed op het voorspellen van weer. In het boek bestudeerde Aristoteles het weer zoals hij dat zag en concludeerde dat het weer was opgebouwd uit vier delen: warmte, kou, droogte en vochtigheid. Door zijn waarnemingen deed Aristoteles een aantal uitspraken over weersverschijnselen en hoe deze ontstonden. Sommige daarvan, zoals zijn aanname dat water verdampt door stralen van de zon, waren correct, maar een groter deel was onjuist. Desalniettemin was het boek tot in de middeleeuwen de meest gebruikte bron voor het verklaren en voorspellen van het weer.

Arabieren en de almanak

Tot laat in de middeleeuwen werd er weinig nagedacht over meteorologie. Dat kwam mede door de astrometeorologie die uit de Arabische wereld was overgekomen. Al sinds de Kruistochten was de almanak, een jaarlijks uitgegeven boekje met informatie over bijvoorbeeld het weer en de landbouw,  in Europa bekend. In deze oorspronkelijk Arabische boekjes werd het weer over een langere periode voorspeld aan de hand van astrologie, de stand van de sterren en planeten. De weer

IJstijd (kleine)_

Klimaatverandering vond in het verleden ook plaats, waarbij de Kleine IJstijd grote invloed heeft gehad op het leven in die tijd.

► Van middeleeuws klimaatoptimum naar Kleine IJstijd

Het middeleeuws klimaatoptimumvond plaats tussen en In deze periode waren de temperaturen op het noordelijke halfrond behoorlijk mild: lange zomers en milde winters zorgden voor goede oogsten.
De welvaart nam hierdoor toe. Aan deze periode kwam echter een eind. Het klimaatoptimum werd in de 14e eeuw opgevolgd door een lange, koude periode met strenge winters en kortere zomers: de Kleine IJstijd.

De start van de Kleine IJstijd vond plaats rond het begin van de 14e eeuw.
De gevolgen van de klimaatverandering waren vooral te merken in Europa, waar koude winters en zware regenval grote invloed hadden op oogsten en veestapels.


Honger en de Zwarte Dood
De gevolgen van de klimaatverandering waren vooral te merken in Europa.
Koude winters en zware regenval hadden grote invloed op oogsten en veestapels.
Grote Hongersnood, van - en verspreid over Europa een groot aantal slachtoffers eiste.
♦ Na werden de oogsten weer beter, maar de voedselproductie bleef achter bij het niveau van voor de klimaatverandering.
♦ "Zwarte Dood" in kreeg makkelijker de kans om, om zich heen te grijpen nadat het immuunsysteem van veel mensen verzwakt was na jaren van hongersnood.

► THE BLACK DEATH
Ring a Ring o’ roses, a child&r

Over het KMI

De meteorologie in de Franse Periode () en de Hollandse Periode ()

De Franse revolutie in en de daarop volgende revolutionaire periode met oorlogen over gans Europa, veroorzaken een breuk in de meteorologische waarnemingen. De waarnemers uit het "Ancien Régime", die dikwijls uit de rangen van de adel komen, en de geleerde genootschappen verdwijnen van het toneel. 

De motivaties voor het uitvoeren van meteorologische waarnemingen zijn namelijk:

  • onderzoek van de relatie tussen weer, klimaat, omgeving en gezondheid met als ultiem doel een medische topografie van een stad of streek op te stellen,
  • ontwikkeling van de agro-meteorologie om de relatie tussen landbouw en klimaat te onderzoeken.

Deze motivaties krijgen nieuwe impulsen. Tevens ontstaan er ook nieuwe redenen die hand in hand gaan met: 

  • de ontwikkeling van de statistiek en het belang dat de Franse Republiek, Consulaat en Keizerrijk eraan hechtte,
  • het belang van de weersituaties bij de nationale en internationale handel.

De nieuwe gezaghebbers bevelen om meteorologische waarnemingen te maken op het gebied van deze twee redenen.

Tijdens de Hollandse periode () speelt de landbouw een belangrijke rol voor de meteorologische waarnemingen. Jan Kops (), hoogleraar in de landhuishoudkunde aan de Universiteit van Utrecht, geeft een publicatie onder de naam "Jaarlijkse staat van de landbouw in de Nederlanden&q

CODART, Dutch and Flemish art in museums worldwide

N.B. ORIGINAL CLOSING DATE OF 31 DECEMBER EXTENDED FIRST TO 31 DECEMBER AND THEN TO 31 DECEMBER

From the museum website, 19 December

Child mortality was high, girls often married before they were fifteen years old, and men and women usually died before the age of In the sixteenth and seventeenth centuries, life expectancy and life span were totally different from what they are today. Still, birth, marriage and death were momentous occasions then as now. Childhood, education and career were also important factors in a person’s life. Through objects and paintings from the Museum’s own collection, the Lifelines exhibition shows various stages of life in the sixteenth and seventeenth centuries. The objects were once in the possession of the Frisian elite.

Tjepcke van Aylva

Lifelines is about birth and baptism, child rearing and play. Birth spoons and glasses were presented to proud parents. Small children played with silver jingle bells that were to protect them against illness and avert evil spirits. Girls mothered their painted wooden dolls and boys had hobbyhorses, whips and drums. Lifelines is about childhood and adolescence. Just look at the portrait of Tjepcke van Aylva painted by Nicolaas Wieringa in , one of the centrepieces of the exhibition. Four-year-old Tjepcke is depicted beside a horse; he has a whip in his hand. The saddle displays the two coats of arms of his parents to indicate his high birth. All

Horrorwinters tijdens de Kleine IJstijd: afgevroren vingers & hongersnoden

Aan het einde van de zestiende eeuw was er werkelijk sprake van de opkomst van een horrorwinter: de gehele wereld veranderde drastisch.


Het middeleeuws-Europese klimaat vóór de 15e eeuw was veel warmer dan men over het algemeen denkt. Tijdens dit middeleeuws klimaatoptimum was het bijvoorbeeld mogelijk om wijnranken in Engeland en perziken in Vlaanderen te laten groeien. Ook werden het zuiden van Groenland en het oosten van Canada door de Vikingen gekoloniseerd. Maar daar kwam in de 16e eeuw verandering in.


De horrorwinter van


De december van was een voorbode van het begin van de Kleine IJstijd. De eerste horrorwinter liet echter nog acht jaar op zich wachten. Het weer was zo koud dat de scheepvaart op veel wateren geheel was gestagneerd. De schrijver Daniël van Oesbroeck beschreef de situatie zeer treffend: “Velen braken hun huis af, zodat zij warm vuur mochten verwerven. Koetsen, banken, stoelen manden en korven, ja sommigen braken hun hele huizen in stukken. De kou was zo groot, vroeg en laat.


Hongersnood en afgevroren tenen


In was het nog niet mogelijk om brood, wijn, bier en andere levensmiddelen vorstvrij te houden: er ontstond een hongersnood. Dagelijks werden doodgevroren mensen langs de weg gevonden, soms zelfs in hun huis. Ontelbare Nederlanders verloren vingers, tenen, oren of hun neus.